Om te beslissen of je een cliënt wel of niet accepteert, moet je weten welke risico’s je kunt verwachten en dus moet beheersen. Daarvoor moet je onderzoek doen naar je cliënten. Maar wanneer voer je welk Wwft-cliëntenonderzoek uit? Dat lees je in deze blog. En we geven je tips voor hoe je dat onderzoek zo efficiënt mogelijk uitvoert.
Risicocategorie is de basis
Welk Wwft-cliëntenonderzoek je uitvoert voor cliëntacceptatie of -monitoring, hangt af van de risicocategorie waarin je een cliënt classificeert: laag, normaal of hoog. Hoe hoger de risico’s, hoe meer maatregelen je moet nemen om deze te beheersen. Om te bepalen in welke risicocategorie een cliënt valt, doe je dus eerst een risicoclassificatie. Hierbij moet je in ieder geval rekening houden met de risicofactoren uit bijlage II en III van de Vierde Anti-witwasrichtlijn:
Cliëntgebonden risico’s
Bijvoorbeeld rechtspersonen met een complexe groepsstructuur en cliënten in branches die vaak te maken hebben met witwassen. Denk aan horeca, bordelen, massagesalons, toko’s en coffeeshops.
Product-, dienst- en transactierisico’s
Het gaat er hier om hoe groot de kans is dat een cliënt misbruik maakt van het product. Dit geldt zowel voor de levering van je product of dienst als de werkzaamheden van de cliënt.
Leveringskanaalgebonden risico’s
Het gaat hier vooral om de manier waarop een bedrijf contact heeft met klanten en hoe producten worden aangeboden.
Geografische risico’s
Dit zijn ook wel landenrisico’s. Hierbij kijk je naar het land van herkomst en het land waar de cliënt gevestigd is. De FATF en EU hebben een lijst met hoog risicolanden aangewezen.
Drie soorten Wwft-cliëntenonderzoek
Bij iedere risicocategorie voer je een ander soort Wwft-cliëntenonderzoek uit. Er bestaan in totaal 3 soorten cliëntenonderzoek. Ieder onderzoek bestaat uit een reeks maatregelen die je neemt om de risico’s die een cliënt meebrengt te beheersen.
1. Standaard cliëntenonderzoek Wwft (bij normaal risico)
Valt een cliënt in de risicocategorie ‘normaal’, dan voer je een standaard cliëntenonderzoek uit. Deze bestaat uit de volgende stappen:
Identificeer de cliënt en de eventuele vertegenwoordigers (met persoonsgegevens bijvoorbeeld).
Verifieer de identiteit van de cliënt en de eventuele vertegenwoordigers (bijvoorbeeld via het identiteitsbewijs of uittreksels uit het Handelsregister).
Stel het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie vast.
Verricht onderzoek naar de herkomst van het vermogen en de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of transactie worden gebruikt (als je twijfelt of de bron van de middelen legaal is).
Maak de eigendoms- en zeggenschapsstructuur inzichtelijk.
Stel de UBO(‘s) vast.
Screen de cliënt en bijbehorende UBO(’s) op PEP, sancties en adverse media.
2. Vereenvoudigd cliëntenonderzoek (bij laag risico)
Vormt een cliënt een laag risico op witwassen of financieren van terrorisme, dan mag je een vereenvoudigd cliëntenonderzoek uitvoeren. De volgende indicatoren kunnen wijzen op een laag risico:
Beursgenoteerde ondernemingen
Inwoners uit landen met een lager risico
Pensioenfondsen
Levensverzekeringen met een lage premie
Derde landen met doeltreffende anti-witwassystemen
De Wwft schrijft niet voor welke beheersmaatregelen je moet treffen in het kader van een vereenvoudigd Wwft-cliëntenonderzoek. Dit bepaal je zelf op basis van de risicoanalyse die je hebt gemaakt voor het opstellen van het CDD-beleid. Een voorbeeld van een (versoepelde) maatregel bij vereenvoudigd cliëntenonderzoek is dat je – naast de verplichting tot het opvragen van een door de cliënt ingevuld en getekend UBO-formulier – de informatie van de cliënt aanneemt bij het verifiëren van de UBO. Bij de andere 2 soorten cliëntenonderzoek mag dit niet.
3. Verscherpt cliëntenonderzoek (bij hoog risico)
Je moet verscherpt cliëntenonderzoek doen als een cliënt een verhoogd risico vormt op witwassen of financieren van terrorisme. De Wwft schrijft een aantal gevallen voor waarbij in ieder geval een verscherpt cliëntenonderzoek moet worden uitgevoerd. Dit is het geval bij:
complexe en ongebruikelijke transacties en alle ongebruikelijke transactiepatronen die geen duidelijk economisch of rechtmatig doel hebben;
correspondentbankrelaties (een bank die bancaire dienstverleningen verleent aan een buitenlandse bank);
een cliënt die een Politiek Prominente Persoon (PEP) is of wordt.
Ook voor het uitvoeren van een verscherpt Wwft-cliëntenonderzoek geeft de Wwft niet aan welke maatregelen moeten worden genomen. Dit zijn een aantal voorbeelden van extra maatregelen die je kunt nemen:
Vraag aanvullende gegevens en informatie op over de cliënt en de UBO’s (bijvoorbeeld bij familieleden).
Onderzoek de herkomst en bestemming van middelen en fondsen, bijvoorbeeld door bankafschriften op te vragen.
Verzamel aanvullende informatie met betrekking tot het doel en de aard van de zakelijke relatie.
Vraag goedkeuring bij het hoger leidinggevend personeel over het aangaan of voortzetten van de zakelijke relatie.
Doe efficiënt Wwft-cliëntenonderzoek
Onderzoek doen naar cliënten is een tijdrovende klus. Raadpleeg je daar slimme databronnen voor, dan gaat dit proces een stuk efficiënter. Databronnen brengen alle benodigde informatie voor bijvoorbeeld verificatie van natuurlijke personen en rechtspersonen op één plek (bijvoorbeeld het online portal) samen. Denk aan de organisatiestructuur (tot aan het uiteindelijke moederbedrijf), uittreksels uit het Handelsregister, jaarrekeningen, de branche waarin een bedrijf actief is, het aantal medewerkers, nieuws (adverse media) en de UBO.
Het is ook mogelijk om alle informatie die je nodig hebt voor Wwft-cliëntenonderzoek op te roepen in je cliëntacceptatie- of monitoringsysteem via API’s. Zo maak je je cliëntacceptatie- of monitoringproces sneller en beschik je altijd over de meest accurate en actuele informatie.
Handvatten voor een efficiënter cliëntacceptatie- en monitoringproces
Wil je meer weten over hoe je je cliëntacceptatie en -monitoring kunt inrichten en automatiseren om aan de Wwft te voldoen? Download het whitepaper ‘Wwft-compliant zijn: van theorie naar praktijk’. Hierin lees je onder andere hoe je procedures en een CDD-beleid opstelt, hoe je een cliënt in een risicocategorie classificeert op basis van een risicoclassificatiemodel en hoe je event based op de hoogte wordt gehouden van wijzigingen in bijvoorbeeld de dienst of de organisatiestructuur bij een cliënt.
Handboek 'Wwft-compliant zijn: van theorie naar praktijk' .
Meer weten over hoe je processen rondom cliëntacceptatie en -monitoring (beter) kunt inrichten? In dit handboek geven wij je hier samen met EY en CMS praktische handvatten voor.