Organisaties

A. Het exploiteren van een of meer garagebedrijven. B. De handel in automobielen, motoren, aanhangwagens, opleggers, (gemotoriseerde) rijwielen en onderdelen daarvan, alsmede het verrichten van onderhouds- en herstellingswerkzaamheden daaraan C. De in- en verkoop van brandstoffen en smeermiddelen D. De handel in electrische apparaten, waaronder radio en televisietoestellen het verrichten van alhetgeen met het vorenstaande in verband staat of daaraan bevorderlijk kan zijn, daaronder begrepen het deelnemen in andere ondernemingen, alles in de ruimste zin des woords E. Im- en export en de verhuur van motorvoer- tuigen (in het bijzonder vrachtvervoer)