German Car Company B.V.

1. Het importeren, exporteren en verhandelen van voertuigen. 2. Het beleggen van vermogen, alsmede het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met en het voeren van de directie over andere ondernemingen, alsmede het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere ondernemingen, met name van die waarmee de vennootschap in een groep is verbonden, alsmede de verzorging bij ouderdom of invaliditeit van directeuren en gewezen directeuren van de vennootschap en van met de vennootschap verbonden vennootschappen, alsmede van andere personen in dienst van de vennootschap en van met haar verbonden vennootschappen en de verzorging van hun (gewezen) echtgenoten en minderjarige kinderen en pleegkinderen, waarvan blijkt uit een pensioenbrief en/of stamrecht- of lijfrenteovereenkomst, een en ander door middel van een lijfrente of pensioen krachtens een pensioenregeling in de zin van de wettelijke bepalingen betreffende de loonbelasting, zulks buiten de werkingssfeer van de Wet op het Levensverzekeringsbedrijf en van de Wet op het Schadeverzekeringsbedrijf.